1. ALGEMENE GEDRAGSCODE

Spelers, coaches, teambegeleiders, clubbestuurders, clubofficials, bondsofficials en bondsbestuurders streven er naar ijshockey (actief en passief) te laten beleven als:

  • een voor iedereen geschikte en toegankelijke snelle, dynamische, flitsende sport;
  • die ook boeiend is om naar te kijken;
  • die stevig, maar fair, gedisciplineerd en goed beschermd wordt gespeeld;
  • en die als technisch hoogstaande teamsport wordt ervaren;
  • samen (over)winnen en verliezen.

Daarom spreken zij af:

  • prestaties op het ijs zijn de maatstaf:
  • ras, huidskleur, leeftijd en overige niet ter zake doende verschillen, zijn zonder betekenis;
  • toeschouwers – jong en oud – die de ijshockeysport op dezelfde wijze willen beleven, moeten dit in een veilige en sfeervolle omgeving kunnen doen;
  • met fair play te winnen en met fair play te verliezen;
  • altijd een voorbeeld te zijn voor anderen, met name voor jongere spelers;
  • al het mogelijke te doen om ook ouders te laten bijdragen aan de gewenste uitstraling van de sport;
  • elkaar altijd en overal – ook in sportief mindere tijden – met respect te bejegenen;
  • elkaar aan te spreken op ongewenst gedrag;
  • dat bestuurders en begeleiders preventieve en corrigerende maatregelen nemen, als deze gedragscode overtreden wordt of overtreden dreigt te gaan worden.

Toeschouwers en supporters zijn gasten van de clubs en dienen zich als zodanig te gedragen, waarbij:

  • prestaties op het ijs de maatstaf zijn: ras, huidskleur, leeftijd en overige niet ter zake doende verschillen, zijn zonder betekenis;
  • toeschouwers, supporters, spelers, coaches, teambegeleiders, clubofficials, bondsofficials en bondsbestuurders dit in een veilige en sfeervolle omgeving moeten kunnen doen;
  • men sportief met winst en met verlies van hun favorieten kan omgaan;
  • men altijd een voorbeeld is voor anderen, in goede en in minder goede tijden;
  • men al het mogelijke doet om bij te dragen aan de gewenste uitstraling van de sport;
  • men elkaar altijd en overal – ook in sportief mindere tijden – met respect bejegent.

 

2. GEDRAGSCODE VOOR SPELERS

Algemene regels voor spelers:

  1. Speel voor je PLEZIER!
  2. Werk hard om je vaardigheden te verbeteren.
  3. Wees een teamspeler – ga goed om met je teammaatjes. Wees sportief en gedisciplineerd.
  4. Het team is belangrijker dan het individu. Als je op de bank moet blijven zitten dan zal dat in het belang van het team zijn, discussies daarover tijdens de wedstrijd zijn taboe.
  5. Respecteer iedereen, dus ook je teambegeleider, je coach, je teammaatjes, je ouders, je tegenstanders en de officials.
  6. Respecteer het werk van al die mensen die ervoor zorgen dat jij in je sport mogelijkheden hebt om te trainen en wedstrijden te spelen. Dit is namelijk niet zo vanzelfsprekend.
  7. Op het ijs, en op spelersbank mag je geen commentaar geven op medespelers, teambegeleiders, trainers, scheidsrechters en andere mensen.
  8. Praten over bepaalde beslissingen kun je na afloop van de training of wedstrijd.
  9. Dit kan nooit tijdens de trainingen of wedstrijden.
  10. De coach of teambegeleider maakt uit wanneer je speelt en waar je speelt.
  11. Discussies daarover tijdens de training en/of wedstrijd zijn taboe.
  12. De teambegeleider mag een straf uitleggen aan de speler om herhaling te voorkomen.
  13. Speel volgens de bekende of afgesproken wedstrijdregels.
  14. Vecht niet, dat is geen onderdeel van ijshockey en als je hiervoor wordt bestraft dan heeft, het gehele team er nadeel van.
  15. Zorg dat je op tijd bent voor trainingen. Als teamspeler kan en mag je geen training missen. Bij verhindering moet de coach of teamleider tijdig op de hoogte worden gesteld.
  16. Overtreding van deze algemene regels kan leiden tot strafmaatregelen.

Gedrag van de spelers voor en na de training of wedstrijd:

  1. In een ijsbaan en in de kleedkamers mag niet gerookt worden.
  2. Sociaal onaanvaardbaar gedrag in of buiten de club kan leiden tot strafmaatregelen.
  3. De kleedkamer dient netjes achtergelaten te worden. Alle spelers zijn daar individueel voor verantwoordelijk.

Gedrag van de spelers tijdens de training:

  1. Iedere speler is op tijd op het ijs in een volledige uitrusting. Nekbanden zijn verplicht.
  2. Iedere speler let goed op als er iets wordt uitgelegd of voorgedaan. Er mag geen kostbare ijstijd verloren gaan. Wie door zijn gedrag trainingen vertraagt of verstoort loopt de kans naar huis gestuurd te worden en kan tot nader order uitgesloten worden van trainingen en/of wedstrijden.
  3. Niemand verlaat het ijs zonder toestemming van de trainer of de teamleider.
  4. Iedere speler die zonder toestemming het ijs verlaat en zich gaat omkleden omdat hij het bijvoorbeeld niet eens is met de beslissing van de teambegeleider/trainer riskeert strafmaatregelen.

Gedrag van de spelers tijdens de wedstrijd:

  1. Het team, inclusief de goalie, gaat gezamenlijk het ijs op en doet ook gezamenlijk de warming up.
  2. Op het ijs presenteer je je naar het publiek als een vertegenwoordiger van de vereniging en gedrag je daar ook naar.
  3. Elke speler die het niet eens is met de beslissing van de teamleider/coach en dit ook duidelijk laat merken, speelt niet meer mee. Er worden tijdens de wedstrijden geen discussies met de teambegeleiders/coach getolereerd.
  4. Elke speler die de spelersbank, zonder toestemming verlaat en zich gaat omkleden omdat hij het bijvoorbeeld niet eens is met de beslissing van de teambegeleider/coach riskeert strafmaatregelen.
  5. Niemand gaat om welke reden dan ook, terugvechten of daagt uit tot vechten.
  6. Als je ‘gepakt’ wordt schaats je weg. Als er ergens op het ijs toch een vechtpartij ontstaat bemoei je je er niet mee. IJshockey is een fysieke sport, maar blijft sport. Als je daar niet tegen kunt moet je niet spelen. Behalve een straf, opgelegd door de scheidsrechter loop je de kans op een disciplinaire straf door de teambegeleider en/of het bestuur.
  7. Als je een straf opgelegd krijgt, ga je naar de strafbank zonder praatjes en commentaar. Iedere speler die een misconduct penalty krijgt opgelegd, riskeert, naast de straf van de NIJB, ook een straf van de teambegeleiding en/of het bestuur van de club.
  8. Boetes opgelegd door de tuchtcommissie van de NIJB en de daaraan verbonden zittingskosten komen voor de rekening van de gestrafte speler, tenzij de betrokken speler is vrijgesproken. In dat geval komen de kosten voor de club.
  9. Alleen de captain spreekt op verzoek van de coach/teambegeleider met de scheidsrechter, dit dient beleefd te gebeuren. Spreek aan met “meneer” of “mevrouw’”.
  10. Spelers die niet op het ijs zijn, zitten op de bank en hangen niet over de boarding en schaatsen niet ergens rond.

Gedrag van de spelers op andere ijsbanen:

  1. Blijf van zaken af die niet van jou zijn. Als je iets kapot maakt, moet je ervoor betalen, terwijl je je dan ook tegenover de strafcommissie zal moeten verantwoorden.
  2. Elke speler gedraagt zich als een ambassadeur van zijn vereniging. Denk daaraan.

Gedrag van de spelers op eigen ijsbaan:

  1. Iedere speler gedraagt zich als een ambassadeur van zijn club, niet alleen tijdens de cluburen, maar ook tijdens het publiek schaatsen. Sociaal onaanvaardbaar gedrag van een speler, ook buiten clubactiviteiten, wordt de ijshockeysport in het algemeen en de vereniging in het bijzonder aangerekend. Sociaal onaanvaardbaar gedrag, binnen of buiten clubverband, wordt niet getolereerd.
  2. Indien een lid door een medewerker van de ijsbaan, vanwege misdragingen, uit de hal verwijderd wordt, dan is dat heel ernstig. Indien het wangedrag zo ernstig is dat de ijsbaan directie meent het betrokken lid de toegang tot de ijshal voor korte of langere tijd te moeten ontzeggen en dit ook gemeld wordt aan het bestuur van de vereniging, dan riskeert dat lid tevens disciplinaire maatregelen.
  3. Leden van onze vereniging hebben geen toegang tot andere ruimten van de ijshal dan waarvoor door de ijsmeester toestemming werd verleend. Leden van onze club respecteren eveneens de voor het personeel van de ijsbaan en de hulpdiensten gemarkeerde parkeerplaatsen direct voor de ijsbaan.
  4. Leden van onze club beschouwen de ijshal als het thuishonk en handelen daar ook naar daar waar het de orde en netheid betreft.

 

3. GEDRAGSCODE VOOR OUDERS

  1. Dwing uw kinderen niet om te sporten, maar ondersteun hen de door hun gekozen sport te laten beoefenen. Kinderen beoefenen georganiseerde sport voor hun plezier. Dus maak plezier!!
  2. Moedig uw kind aan om volgens de regels te spelen. Bedenk dat kinderen het beste van voorbeelden leren en door na te doen; geef aan wanneer er goed gespeeld wordt, ook als het bij de tegenstander gebeurt!
  3. Breng uw kind niet in verlegenheid door naar spelers, teambegeleiders of officials te schreeuwen. Door een positieve houding voor het spel en al zijn deelnemers te tonen, zal uw kind plezier en respect behouden.
  4. Leg nadruk op het belang van de ontwikkeling van vaardigheden en het uitvoeren van oefeningen. Vertel hoe uw kind hier voordeel uit kan halen. Leg niet te veel nadruk op het winnen van wedstrijden en onderlinge competitie in de jongste leeftijdsgroep. Leren is belangrijker dan winnen. Goede oefeningen leiden tot resultaten.
  5. Zorg dat u de spelregels kent en steun de officials op en naast het ijs. Deze benadering zal helpen in de ontwikkeling en populariteit van het ijshockey. Iedere kritiek op de officials zal slechts het ijshockey benadelen.
  6. Complimenteer uw kind voor positieve inzet bij winst en verlies, en leg nadruk op de positieve kanten van de wedstrijd. Schreeuwen en fysiek geweld naar uw kind –of enige andere speler of official- na een wedstrijd of training werkt averechts.
  7. Uw kind zal niet meer met plezier gaan sporten. Werk naar uitsluiting van fysiek en mentaal geweld van de sport. Leg de nadruk hierop, vooral in de jeugdteams.
  8. Erken het belang van de vrijwilligers die de teams coachen en begeleiden. Zij zijn erg belangrijk in de ontwikkeling van uw kind en de sport. Communiceer met hen en ondersteun hen.
  9. Applaudisseer voor goed spel voor beide teams.
  10. Val een beslissing van een scheidsrechter niet in het openbaar aan en trek nooit zijn of haar integriteit in twijfel.
  11. Bekritiseer niet in het bijzijn van uw eigen kind/speler een ander kind/speler van het eigen team.

 

4. GEDRAGSCODE VOOR TOESCHOUWERS

  1. Wees sportief. Respecteer spelers, teambegeleiders en officials.
  2. Gedraag u behoorlijk, zoals dat in het normale leven gebruikelijk is. Hinder of stoor andere fans niet. Geniet samen van het spel.
  3. Moedig goed spel aan. Juich voor mooie acties van iedere deelnemer.
  4. Voorkom boe-geroep naar de tegenstander.
  5. Juich op een positieve manier en moedig eerlijk spel aan.
  6. Vloeken, schelden en negatieve gebaren zijn beledigend.
  7. Help mee aan een veilige en leuke omgeving: gooi geen voorwerpen op het ijs. Dit is gevaarlijk voor spelers en officials.
  8. Hang niet over de boarding en bonk niet op de (glazen) boarding. Het glas om de ijsbaan is een onderdeel van het speelveld.
  9. Steun scheidsrechters en teambegeleiders door vertrouwen te hebben in hun oordeel en integriteit.
  10. Wees verantwoordelijk voor uw eigen veiligheid.
  11. Wees alert op rondvliegende pucks en andere vermijdbare situaties.
  12. De kleedkamers zijn privéterrein voor spelers, teambegeleiders en officials.
  13. Respecteer dit. Wees ondersteunend na de wedstrijd, zowel bij winst als bij verlies. Erken de inzet, het teamwerk en de sportiviteit van winnaar en verliezer.